Kaders en afspraken

Almere heeft een sterke basisinfrastructuur (preventieve jeugdhulp en informele netwerken) in de wijken. Daarnaast biedt de gemeente een aantal jeugdhulpvoorzieningen die kunnen worden ingezet via een medewerker jeugdhulp van JGZ Almere of een andere gemandateerde professional. Er zijn ook vormen van zeer specialistische hulp die landelijk zijn ingekocht.

De geboden jeugdhulp is te allen tijde gericht op het versterken van burgerkracht, inclusie en participatie. Hieronder zijn aanvullende kaders en afspraken te vinden over de inzet van jeugdhulp.

Typen jeugdhulp

Preventieve jeugdhulp: vrij toegankelijk

Preventieve jeugdhulp is vrij toegankelijk voor inwoners van Almere, net als de algemene voorzieningen binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hier is geen beschikking of verwijzing voor nodig van een medewerker jeugdhulp of een andere gemandateerde professional. Jeugdigen en hun ouders/opvoeders kunnen op eigen initiatief of op aanraden van een professional gebruikmaken van preventieve jeugdhulp. 

Jeugdhulp op verwijzing van een gemandateerde professional

Jeugdhulpvoorzieningen zijn maatwerkvoorzieningen en zijn niet vrij toegankelijk. De toegang vindt plaats op verwijzing van een gemandateerde professional in afstemming met de jeugdige en de ouders/opvoeders (en waar van toepassing de wettelijk vertegenwoordiger). 

Gemandateerde professionals kunnen alleen verwijzen naar jeugdhulpaanbieders die een contract of subsidieovereenkomst hebben met de gemeente Almere. Bij de verschillende hulpvormen op deze website staat vermeld welke aanbieders beschikbaar zijn. Er is ook een totaaloverzicht beschikbaar van gecontracteerde jeugdhulpaanbieders.

Verwijzing door een gemandateerde verwijzer naar een niet-gecontracteerde aanbieder kan alleen als er specifiek aanbod mist en als er toestemming is van het interventieteam van de gemeente.

Kaders en afspraken

Aanspraak op hulp via andere wetten

Jeugdhulp is alleen mogelijk als de jeugdige geen beroep kan doen op de Wet langdurige zorg (zie ook de website van het Centrum Indicatiestelling Zorg) of de Zorgverzekeringswet. Bij specialistische vormen van jeugdhulp is er daarnaast een beoordeling nodig door een (gedrags)deskundige van JGZ Almere of van een gecertificeerde instelling.

Afwegingskader zorg in natura of pgb

De standaard leveringsvorm voor jeugdhulpvoorzieningen is zorg in natura. Een jeugdige krijgt in dat geval hulp via een aanbieder die een contract of subsidieovereenkomst heeft met de gemeente Almere. Komen een jeugdige en/of zijn ouders/opvoeders in aanmerking voor een persoonsgebonden budget (pgb)? Dan kunnen zij de benodigde hulp zelf inkopen. Dit is alleen mogelijk bij de hulpvormen begeleiding individueel en kortdurend verblijf.

De beoordeling of iemand voldoende pgb-vaardig is, is geen onderdeel van het keukentafelgesprek. Hiervoor voert een participatieadviseur pgb een bewuste-keuze-gesprek met de jeugdige en/of de ouders/opvoeders en/of degene met het bevoegd gezag.

De overdracht aan de participatieadviseur pgb vindt plaats nadat de maatwerkvoorziening is geselecteerd, de omvang van de maatwerkvoorziening is bepaald en de jeugdige (en/of de ouder/opvoeder en/of degene met het bevoegd gezag) het ondertekende persoonlijk ondersteuningsplan retour heeft gestuurd. In het persoonlijk ondersteuningsplan staat dat de jeugdige de maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wil ontvangen. Als iemand overduidelijk niet pgb-vaardig is, kan de medewerker die het keukentafelgesprek voert wel al aangeven dat zorg in natura een betere optie is. Dit voorkomt een onnodig bewuste-keuze-gesprek.

Het bewuste-keuzegesprek vindt plaats in het stadhuis. Het gesprek wijst uit of de jeugdige (en/of de ouders/opvoeders en/of degene met het bevoegd gezag) voldoende in staat is om de eigen belangen te behartigen, zelf passende ondersteuning te organiseren, de kwaliteit en voortgang te bewaken, het budget te beheren, alle verplichtingen na te komen en deze zaken goed vast te leggen.

Normenkader jeugdhulp zonder verblijf

Voor aanbieders van jeugdhulp zonder verblijf geldt een normenkader (pdf, 0,047 Mb) bij algemene verwijzingen door JGZ Almere en bij verwijzingen door een huisarts/medisch specialist of een gecertificeerde instelling.

In de inkoopvoorwaarden is opgenomen dat wanneer zorgaanbieders een verwijzing krijgen van JGZ Almere of een gecerticifeerde instelling, zij de jeugdhulp leveren volgens het normenkader. Als blijkt dat er tijdens de uitvoering meer, langere en/of duurdere (zwaardere) hulpverlening noodzakelijk is, verwacht de gemeente dat de zorgaanbieder dit beargumenteert in een (gezins)plan van aanpak. Dit plan moet worden beoordeeld en geaccoordeerd door de verwijzende instantie (meestal JGZ Almere of een gecertificeerde instelling).

Voor de huisarts/medisch specialist/kinder-jeugdpsychiater geldt een specifiek normenkader. Zorgaanbieders bieden hulp volgens dit normenkader. Als de aanbieder meer, langere of duurdere (zwaardere) hulp nodig vindt, dan verwacht de gemeente dat de zorgaanbieder dit beargumenteert in een (gezins)plan van aanpak. Dit plan moet worden beoordeeld en geaccoordeerd door JGZ Almere. Dit gebeurt dus niet via de huisarts/medisch specialist/kinder-jeugdpsychiater.

Wanneer er sprake is van behandeling via perceel 2 en ook begeleiding via perceel 1 als afschaling of aanvulling op de behandeling grondslag psychiatrie, dan kan de huisarts/medisch specialist/kinder-jeugdpsychiater hiernaar verwijzen binnen het normenkader.

Richtlijnen voor het ondersteuningsplan

Een ondersteuningsplan voor de inzet van jeugdhulp is een rapportage op officieel briefpapier van de aanbieder en bevat in ieder geval:

  • de handtekening van de gezagdrager(s), van de jeugdige (als deze 12 jaar of ouder is) en waar vereist een geregistreerde professional.
  • een diagnostisch beeld met een beschrijving van de problemen van de jeugdige en het gezin en de mogelijkheden van het netwerk.
  • een beschrijving van hoe al aan de doelen van het gezin is gewerkt, welke doelen wel of niet zijn behaald (inclusief toelichting/reden) en welke bijstellingen eventueel nodig zijn.
  • een beschrijving van de doelen voor de komende tijd en wie hieraan op welke manier gaat werken (SMART, inclusief de bijdrage die het gezin zelf levert aan de te behalen doelen).
  • de aanpak van eventuele andere problemen die invloed hebben op het resultaat.
  • de aanpak van de samenwerking met andere betrokkenen/aanbieders, inclusief regieafspraken.
  • de mening van de jeugdige en het gezin over de ingezette hulp en samenwerking.
  • een beschrijving van het perspectief (concrete doelen voor vervolg, duur van het traject, advies over eventuele aanvullende hulp of vervolghulp).
  • eventuele bijzonderheden in de benaderingswijze van de jeugdige en het gezin.
  •  een goede onderbouwing bij de gewenste in te zetten hulp.

Bij dit laatste punt moet er bij specialistische begeleiding ook een beschrijving zijn van hoe de aanbieder systeemgericht werkt (koppeling met de rest van het gezin, school en andere professionals). 

Bij kortdurend verblijf is er een toelichting nodig op de noodzaak van toezicht in de directe nabijheid (en waarom het netwerk dit niet kan opvangen) en dreigende uithuisplaatsing door overbelasting. Bij kortdurend verblijf behandeling dient de aanbieder verder toe te lichten welke behandeling in groepsverband plaatsvindt tijdens het verblijf en waarom alleen ontlastingszorg niet voldoende is.

Bij behandeling is het nodig om de behandeldoelen duidelijk te formuleren. Daarnaast moet uit het ondersteuningsplan blijken welke diagnostiek is verricht en wat hiervan de uitkomst is.

Bij een overschrijding of verlenging van de toegewezen hulp is een argumentatie nodig en een akkoord van de verwijzer.

Hulp aan meerdere gezinsleden

Als de inzet bedoeld is om de opvoedrelatie te versterken, komt de beschikking op naam van de jeugdige. Zijn er meerdere kinderen? Dan ontvangt ieder kind voor wie individuele doelen zijn gesteld een eigen beschikking.

Woonplaatsbeginsel toepassen

Almere heeft het convenant woonplaatsbeginsel (pdf, 0,055 Mb) van de VNG ondertekend en voert dit uit. Meer over het woonplaatsbeginsel binnen de jeugdhulp vind je op de website van de VNG.

Overbruggingszorg inzetten

Als de benodigde hulp niet binnen tien werkdagen kan starten, kan de aanbieder overbruggingszorg inzetten. Die bestaat uit begeleiding, inzet van e-modules of periodiek telefonisch contact. De aanbieder informeert de verwijzer hierover en stemt af met de jeugdige en de ouders/verzorgers. Verder geldt dat de aanbieder:

  • de overbruggingszorg expliciet en beargumenteerd opneemt in het gezinsplan van aanpak. Hij geeft daarbij ook een termijn aan voor de start van de beoogde hulp.
  • afstemt met de gecertificeerde instelling in het geval van drang of dwang.
  • passende hulp biedt tijdens de overbruggingsperiode, zodat de problemen van de jeugdige niet verergeren en de veiligheid gewaarborgd blijft. De aanbieder is verantwoordelijk om te toetsen of de geboden overbruggingszorg afdoende is en om op te schalen waar nodig.

Verlengde jeugdhulp na de achttiende verjaardag

Wordt een jeugdige 18 en is er nog steeds hulp nodig? Dan is het uitgangspunt dat de bestaande jeugdhulp stopt als er ondersteuning beschikbaar is via de Wet maatschappelijke ondersteuning (inclusief het beschermd wonen), de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet. De Jeugdwet staat toe dat de jeugdhulp doorgaat tot de jeugdige maximaal 23 jaar is wanneer:

  • de jeugdige voor de achttiende verjaardag al jeugdhulp kreeg en de medewerker jeugdhulp van JGZ Almere in overleg met de gedragsdeskundige van JGZ Almere voor de achttiende verjaardag bepaalt dat de hulp moet doorgaan.
  • de jeugdige voor de achttiende verjaardag nog geen jeugdhulp kreeg en de medewerker jeugdhulp van JGZ Almere in overleg met de gedragsdeskundige van JGZ Almere voor de achttiende verjaardag bepaalt dat er wel hulp nodig is.
  • de jeugdige voor de achttiende verjaardag al jeugdhulp kreeg, maar daarmee is gestopt. Na beëindiging van de jeugdhulp die was aangevangen voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd, wordt binnen een half jaar vastgesteld dat hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is.

Geestelijke gezondheidszorg valt tot 18 jaar onder de Jeugdwet en daarna onder de Zorgverzekeringswet (met uitzondering van beschermd wonen).

Voor jongvolwassenen (18-22 jaar) met een (lichte) verstandelijke beperking die zijn aangewezen op ambulante behandeling is verlengde jeugdhulp alleen mogelijk als het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een indicatie via de subsidieregeling behandeling afwijst. Als een CIZ-aanvraag nog in voorbereiding is, kan er tijdelijk (maximaal drie maanden) ambulante behandeling plaatsvinden via verlengde jeugdhulp.

Gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) loopt door tot maximaal 18 jaar en zes maanden. De zorg moet wel zijn gestart voor de achttiende verjaardag. En er moet voor de achttiende verjaardag een vastgesteld gezins- of ondersteuningsplan liggen dat is gericht op uitplaatsing. Deze vorm van jeugdhulp kan alleen worden ingezet door een gecertificeerde instelling.

Jeugdreclassering en jeugdhulp die voortvloeit uit een rechterlijke beslissing (een beslissing genomen via het jeugdstrafrecht, omdat de pleger nog geen 23 was) kunnen ook doorlopen tot na de achttiende verjaardag.

Met de gecertificeerde instellingen zijn de volgende afspraken gemaakt over verlengde jeugdhulp:

  • Het afgeven van een beschikking voor jeugdhulp zonder verblijf is mogelijk tot drie maanden na achttiende verjaardag  of na het afsluiten van een maatregel.
  • het afgeven van een beschikking voor pleegzorg kan tot maximaal de drieëntwintigste verjaardag.
  • het afgeven van een beschikking voor residentiële jeugdhulp kan tot maximaal drie maanden na de achttiende verjaardag. Voorwaarde is dat de aanbieder uiterlijk drie maanden voordat de jeugdige 18 jaar wordt een uitstroomplan heeft opgesteld. In dit plan staat beargumenteerd waarom verlengde jeugdhulp noodzakelijk is. Overdracht (bij voorkeur warm) naar JGZ Almere vindt plaats uiterlijk twee weken voordat de jeugdige 18 jaar wordt. JGZ Almere beslist in overleg met de gecertificeerde instelling of perspectiefregie wenselijk en mogelijk is.

Samenwerken en effectief op- en afschalen

Om het juist inzetten van hulp (zo licht als kan, zo zwaar als nodig) te laten slagen en om te kunnen schakelen in intensiviteit van de hulp, is het van belang dat professionals goed samenwerken. Hierdoor sluit jeugdhulp beter aan bij andere vormen van ondersteuning in het gezin, op school en in de wijk. Dit is schematisch weergegeven in de figuur hierboven. 

Het voorkomen van opvoed- en ontwikkelproblemen start met een sterke pedagogische basis in gezin, klas en wijk. Signalering en vroegtijdige interventie zijn gericht op het tijdig en kort ondersteunen van gezin en omgeving. De pijlen aan de zijkanten van de figuur laten zien dat jeugdhulp direct kan worden bijgeschakeld door een gemandateerde verwijzer, maar ook dat er altijd weer wordt teruggeschakeld naar de basisvoorzieningen. Daarnaast is in het model de consultatiefunctie opgenomen voor overdracht van specifieke kennis aan de basisvoorzieningen.

Is de situatie van een gezin complex en komen de betrokken verwijzers/professionals er samen niet uit? Dan is de inzet van procescoördinatie mogelijk. De procescoördinator organiseert een rondetafelgesprek en nodig alle betrokkenen uit, inclusief de jeugdige of het gezin. Het resultaat van het gesprek is een plan van aanpak waaraan alle betrokkenen zich committeren. Het plan vormt de basis voor eventueel benodigde beschikkingen. Is er een verschil van inzicht, dan heeft de procescoördinator de beslissende stem.

Waar nodig wijst de procescoördinator een casusregisseur aan. Dit is in principe de hulpverlener die het meest betrokken is bij de casus. Ook als hier onenigheid over is, beslist de procescoördinator.

Toezicht op de jeugdhulp

Meer informatie over het toezicht op de jeugdhulp vind je elders op deze website.

Toetsingskader Vervoer Jeugdhulp

Het toetsingskader heeft betrekking op:

  • Het vervoer van en naar een Jeugdhulplocatie. Hieronder vallen de producten Begeleiding Groep en Behandeling Groep op locatie van een jeugdhulpaanbieder.
  • Criteria m.b.t. de medische noodzaak voor vervoer van de jeugdigen.

* Vervoer Jeugdhulp betreft zowel lokaal, regionaal als bovenregionaal vervoer.

Uitgangspunt is dat ouders/ verzorgers, eventueel met behulp van hun netwerk zelf zorg dragen voor vervoer van hun kind naar de jeugdhulplocatie. Daarnaast is de inzet van vervoer afgegeven door de Gemeente Almere altijd voor een bepaalde periode.

Criteria

Gemeente Almere verstrekt wel een vervoersvoorziening wanneer:

  • De Jeugdhulplocatie op meer dan 6 km afstand van de woonplek is.
  • Als er bij een kind ouder dan 12 jaar sprake is van een medische noodzaak.
  • Als er bij een ouder/ verzorger van wie het kind afhankelijk is m.b.t. het vervoer sprake is van fysieke beperkingen en/ of psychische problemen wat maakt dat zelf vervoer realiseren niet haalbaar is.
  • In overleg met leerling vervoer (LLV) kunnen ouders waarvan het kind reeds gebruik maakt van LLV een aanvraag via LLV doen voor vervoer naar locatie Jeugdhulpaanbieder in plaats van naar het thuisadres (Begeleiding Groep en Behandeling Groep.) Vanuit de Jeugdhulplocatie is het de verantwoordelijkheid van ouders/ verzorgers om de jeugdige op te halen, tenzij er sprake is van een medische noodzaak.

Gemeente Almere verstrekt geen vervoersvoorziening wanneer:

  • Het vervoer van en naar de Jeugdhulplocatie is t/m 6 km standaard eigen verantwoordelijkheid van ouders/ verzorgers. Dit betreft gebruikelijke hulp/ zorg.
  • Het vervoer betreft van en naar een maatwerkvoorziening in het kader van de WMO (betreffende begeleiding of dagbesteding).
  • Er een andere regeling is op grond waarvan een cliënt gebruik kan maken van vervoer, zoals bijv. bijzondere bijstand (financiële noodzaak) leerlingenvervoer, vervoer vanuit de WMO.
  • Wanneer de cliënt of het gezinssysteem voldoende zelfredzaam is om zelf vervoer te regelen.

Voldoende zelfredzaam houdt in dat de jeugdige of het gezinssysteem een eigen oplossing heeft voor vervoer of een oplossing vanuit het eigen netwerk of met vrijwilligers of maatjes. Bij het bepalen van de mate van zelf kunnen organiseren van het vervoer geldt de eis redelijkheid, nut en noodzaak, daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om beroep te doen op andere vervoersregelingen. Bij jongeren wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van voorliggende voorzieningen die jongeren in staat stellen om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen.

Wanneer een jeugdige en/ of ouders/ verzorgers kiezen voor een niet-gecontracteerde Jeugdhulpaanbieder verder weg dan een gecontracteerde aanbieder met een kwalitatief passend goed/voldoende aanbod, kan dit consequenties hebben voor het te verstrekken vervoer.

Redelijkheid, nut en noodzaak

Bij de beoordeling van een aanvraag voor Vervoer Jeugdhulp wordt de gehele situatie van een gezin en het bijbehorende netwerk in ogenschouw genomen. Bij de beoordeling van de zelfredzaamheid, mogelijkheden en draagkracht van het gezin en bijbehorende sociale netwerk zal vanuit de uitgangspunten redelijkheid, nut en noodzaak plaats vinden. 

Uitzonderingen

Er kan een uitzondering worden gemaakt op bovenstaande criteria. Uitgangspunt is dat aanbieders zelf vervoer bieden. Mocht dit niet kunnen, dan kan er vervoer geregeld worden via Finishtaxi. Als JGZ Almere medewerker Jeugdhulp al betrokken is, dan mag dit zonder afstemming met het Interventieteam besloten worden. De medewerker Jeugdhulp stemt intern af met een GD-er. Mocht er toch twijfel zijn, kan het Interventieteam alsnog geraadpleegd worden. Tevens is er een uitzondering m.b.t. de JGGZ buiten Gemeente Almere, waarin er sprake is van een vervoersvraag; dit betreft niet-gecontracteerd JGGZ of LTA en loopt via het Interventieteam welke na inhoudelijke beoordeling afstemt m.b.t. het vervolgproces met de backoffice.